De stem die me tegenhield: van zelfafwijzing naar zelfvertrouwen
Hoe ik na 11 jaar leerde mijn innerlijke te criticus herkennen en doorbreken

De stem die me tegenhield
Er was een stem in mij die fluisterde: 'Nog niet. Je bent nog niet goed genoeg. Dit kan jij nog niet.' Elf jaar lang luisterde ik naar die stem. Tot ik besefte: dat was niet mijn wijsheid. Dat was mijn angst.
De vermomming van de saboteur
Die stem was slim. Ze kleedde zich niet in de grove woorden van haat of minachting. Ze kwam als beschermer, als verstandige raadgever. "Wacht nog even," zei ze zacht. "Leer nog wat meer. Wees nog wat zekerder. Het is verstandig om voorzichtig te zijn."
En ik geloofde haar. Want het klonk zo wijs, zo volwassen. Wie ben ik om te denken dat ik klaar ben? Misschien moet ik inderdaad nog meer leren, nog meer ervaring opdoen.
Dat mijn innerlijke criticus sprak wist ik al jaren. Met wilskracht en affirmaties probeerde ik haar te overplakken met nieuwe overtuigingen. Me groot maken. Profileren. En het heeft me geholpen, ik heb veel geleerd. Door oefenen heb ik vaardigheden opgedaan.
Maar het bleef overschreeuwen. Iets wat ik met kracht moest volhouden. De boodschap 'jij kunt dit niet, je bent nog niet goed genoeg' verdween nooit echt. Ze bleef fluisteren in momenten van stilte. Ze weerhield me ervan om echt in mijzelf te geloven.
Het verschil tussen binnen en buiten
Ik wachtte op erkenning, op de juiste omstandigheden, op tekenen van buitenaf. Jaren dacht ik dat de wereld me tegenhield. Ik nam niet de ruimte, geen plek in. Ik zat verstrikt in loyaliteiten, waarin alle aandacht naar de ander ging.
Langzaam drong het tot me door: de wereld stond helemaal niet in de weg. Die verstikking, die loyaliteiten waren ook een afleiding om niet zelf te hoeven leven. Om te laten liggen wat ik spannend vond. Ik stond mijzelf in de weg.
Er was een schok voor nodig - de realisatie dat het leven eindig is. Die schudde me wakker. Ik begreep dat ik mijn dromen weggaf. Ik voelde me oud, gaf het leven op. Telde mijn zegeningen en vroeg niet meer.
Ik realiseerde me: als ik op deze route zou blijven, zou ik ziek worden. Mijn passie, mijn ziel was aan het doven. Niet gehoord, geen ruimte gekregen.
De pijn van zelfafwijzing
Er is een verschil tussen afgewezen worden door een ander en jezelf afwijzen. Dat laatste doet veel meer pijn, omdat je er niet van weg kunt lopen. Je draagt je eigen rechter met je mee.
"Wie zit er nou op mij te wachten?" "Waarom zou ik het verschil kunnen maken?"
En toen was daar iemand die zei: "Er zit ook niemand op jou te wachten..." Een schok, door de botheid van die reactie. Bedoeld om me te laten realiseren: je mag het avontuur aangaan. Niet pas wanneer je zeker weet dat de uitkomst perfect wordt. Je mag het proberen. Doen waar je passie ligt. Je mag fouten maken, op je bek gaan.
"Ik mag dat ook..."
Ik kan mezelf toestaan te leren in het leven, door erin te springen.
Het moment van herkenning
En ik wist dat ik mezelf tegenhield. Door opstellingswerk kwam het inzicht dat het minderwaardig voelen diep in mijn DNA was ingebracht. Herkenning in de verhalen van mijn moeder en grootmoeder. Het gevoel een schuld te dragen die ik moest terugbetalen met betekenis.
Maar in het werk zelf - met de vrouwen in de opvang, in een coachgesprek, in een faciliterende rol - voelde ik me gedragen. Ging het moeiteloos. Voelde ik me een kanaal waardoor intuïtief wijsheid door me heen stroomde.
Wat in mij aangelegd was door het leven zelf, rijk geworden door jaren innerlijk werk. Het kwam zonder moeite. Geen hapering in zelfvertrouwen. Maar vertrouwen, overgave in het moment. Volledig de regie loslaten en expressie geven aan wat in me opkwam. Ik leerde dit herkennen en noem het mijn hogere zelf.
Het werd me duidelijk: die stem was helemaal niet wijs. Ze hield me klein, minderwaardig. Ze hield me veilig, maar ook gevangen. Ik leerde haar herkennen als mijn lagere zelf - een stem uit mijn onderstroom en collectief geheugen.
En beide mogen mijn liefde en compassie ontvangen.
De keuze
Toen moest ik kiezen. Blijven luisteren naar die stem - veilig, klein, onzichtbaar. Of durven geloven dat misschien, heel misschien, ik wel goed genoeg was. Dat ik niet perfect hoefde te zijn om te mogen geven wat ik te geven had. Dat ik kan leunen op mijn hogere zelf. Dat ik mag vertrouwen en me mag overgeven.
En toen durfde ik JA te zeggen tegen mijzelf. Tegen het avontuur van het leven.
Die stem is er nog steeds. Maar ik herken haar nu. En ik weet dat ik compassie kan hebben - dat ik kan luisteren naar de angst zonder haar te hoeven overschreeuwen. Ze mag er zijn. Door opstellingswerk weet ik wat ze vasthoudt.
Maar ik kan ook steun vinden in wat dieper ligt: mijn hogere zelf. Die weet dat ik hier ben om te geven, om te delen, om mezelf te zijn.
Niet omdat ik perfect ben. Maar omdat niemand van ons perfect hoeft te zijn om onze gave te mogen leven.
De reis naar vrijheid
Op deze reis heb ik de afgelopen jaren veel losgelaten. Bevrijd. Ruimte gecreëerd. "Weten wat je hebt" loslaten om een open horizon te krijgen. Mezelf vrijmaken om de volgende stappen in mijn proces te kunnen zetten.
Niet meer kiezen voor wat veilig is, maar kiezen waarvan ik voel dat het klopt. Ik kan weer blij en trots zijn op hoe ik inhoud geef aan mijn leven. Walk the talk. Voorleven wat ik ook een ander gun.
Want als ik er voor een ander wil zijn, moet ik er in eerste plaats voor mezelf zijn.
Ik geloof in mezelf - in dit kan ik, in dit doe ik - omdat ik trouw ben aan mezelf. Ik creëer mijn leven met mijzelf als kompas.
Herken jij die stem? Die fluistert dat je nog niet klaar bent, nog niet goed genoeg? Wat heeft jou geholpen om door die stem heen te luisteren naar wat ook hoorbaar is in jou?